Examples of using "Nagypapám" in a sentence and their dutch translations:
Mijn grootvader werd in 1920 geboren.
- Mijn grootvader heeft me een verjaardagscadeau gegeven.
- Mijn grootvader heeft me een verjaardagscadeautje gegeven.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeau.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.
Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.