Examples of using "Félek" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben bang.
Ik ben niet bang.
Niets maakt me bang.
Ik ben bang voor het donker.
Ik ben bang dat we te laat zijn.
Ik ben bang om te gaan.
Ik vrees dat hij ziek is.
Ik ben bang voor je.
Ik ben bang.
Ik ben bang voor beren.
Niets maakt me bang.
Ik ben bang voor spinnen.
- Ik heb hoogtevrees.
- Ik heb acrofobie.
Ik ben niet bang.
- Ik heb schrik van wilde beesten.
- Ik ben bang van wilde dieren.
Ik ben niet bang van Tom.
Ik ben bang om te vallen.
Ik ben bang voor vleermuizen.
Ik ben niet meer bang.
Ik ben niet bang van Tom.
Ik ben voor niemand bang.
Ik ben bang voor mijn baas.
Ik ben bang voor uilen.
Ik ben bang voor een algehele narcose.
Ik ben voor niemand bang.
Ik ben bang voor morgen.
Ik ben bang voor aardbevingen.
Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.
- Ik heb angst voor de dood.
- Ik ben bang voor de dood.
- Ik vrees dat het zal gaan regenen.
- Ik ben bang dat het gaat regenen.
Ik ben vreselijk bang voor slangen.
- Ik heb helemaal geen angst.
- Ik heb geen greintje angst.
Ik ben niet bang voor de dood.
- Ik ben bang dat de dingen verkeerd zullen uitdraaien.
- Ik ben bang dat dingen slechter zullen gaan.
Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.
Ik ben niet langer bang voor spinnen.
Ik vrees dat hij ziek is.
Ik ben bang om dood te gaan.
- Ik heb schrik van honden.
- Ik ben bang voor honden.
Ik ben bang voor spinnen.
Ik ben bang dat er geen tijd meer is.
Ik ben niet langer bang voor spinnen.
Ik ben bang voor tandartsen.
Helaas niet.
Ik ben bang voor wat de leraar gaat zeggen.
Ik heb schrik dat ik dat niet op tijd zal af krijgen.
Ik ben bang van mensen die bang zijn.
Ik ben niet bang voor de dood.
Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.
Ik vrees dat het zal gaan regenen.
Ik ben bang voor morgen.
Ik ben bang dat de boot zinkt als we meer dan zeven mensen meenemen.
Denk je dat deze oude dame een familielid is van Tom? Ik vrees van niet.