Examples of using "Könyv" in a sentence and their dutch translations:
Niet alle boeken zijn goede boeken.
Elk interessant boek is een goed boek.
Waar is het boek?
Dat boek is klein.
Welk boek is beter?
Dit is een boek.
Waar is het boek?
Het boek is groot.
- Dit is een boek.
- Dat is een boek.
Het boek is oud.
Is dat boek interessant?
Het boek is rood.
Elk boek is goed genoeg.
Het boek is klein.
Van wie is dat boek?
Wat een interessant boek!
Het boek ligt op de tafel.
- Dat boek is zwaar.
- Dit boek is zwaar.
Dit boek is van mij.
Dit boek is van jou.
- Dat boek is nieuw.
- Dit boek is nieuw.
Hier heb je een boek.
- Welk boek is van u?
- Welk boek is van jou?
Was het boek interessant?
Dit is een boek over Engeland.
Het is een goed boek.
Dit is een oud boek.
- Dat boek is klein.
- Dit boek is klein.
Dit boek is oud.
Het is dit boek.
Dat boek is klein.
Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?
Dit boek is in het Frans geschreven.
Dit boek gaat over China.
Dat boek is van hen.
Ik heb een boek in mijn hand.
Het boek kost vijf dollar.
De studenten hebben veel gedichten van buiten geleerd.
Dit boek is nagelnieuw.
Dit boek was gemakkelijk.
Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?
- Dit boek is van mij.
- Dit is mijn boek.
- Dat is mijn boek.
Het boek is alleen in het Duits beschikbaar.
Waar gaat dat boek over?
Dit boek is van Tony.
Dit boek is van jou.
- Dat boek is echt oud.
- Dat boek is heel oud.
Er ligt een boek op tafel.
Al wat ik heb, is één boek.
- Ze bezit tweeduizend boeken.
- Ze heeft tweeduizend boeken.
Deze boeken zijn niet allemaal nuttig.
Het boek gaat niet over taalkunde.
Dit boek is te moeilijk voor mij.
- Dit boek is überhaupt niet interessant.
- Dit boek is helemaal niet interessant.
Het is het beste boek dat ik ooit gelezen heb.
Op het bureau ligt een boek over dansen.
Waar zijn het boek en het potlood?
Dat is het enige boek dat ik heb.
Het is het spannendste boek dat ik ooit heb gelezen.
Dat boek is in vier delen ingedeeld.
Dit boek is even interessant als dat boek.
Dat was zo'n goed boek dat ik het drie keer heb gelezen.
Heb je dit boek nodig?
Dit is mijn boek.
Ik heb nog niet genoeg materiaal verzameld om een boek te kunnen schrijven.
Dit is het boek dat ik wil lezen.
- Wiens boek is dit?
- Van wie is dat boek?
De film is niet zo goed als het boek.
Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.
Ze bezit tweeduizend boeken.
Dat was zo'n goed boek dat ik het drie keer heb gelezen.
Het hele boek is met de hand geschreven.
Volgens mij ligt uw brief onder dat boek.
Er ligt een boek, een potlood en een vel papier op tafel.
Omdat ik het zo dikwijls gehoord heb, kan ik het gedicht nu uit het hoofd opzeggen.