Examples of using "Fiatalnak" in a sentence and their dutch translations:
Hij ziet er jong uit.
Zij ziet er jong uit.
Hij zag er jong uit.
Ik voel me jong.
Tom ziet er jong uit.
Mijn tante ziet er jong uit.
Zijn zus ziet er jong uit.
Tom ziet er niet oud uit.
De meeste jongeren hebben een gsm.
Ze lijkt jong maar eigenlijk is ze ouder dan jij.
Ze ziet er jong uit, maar eigenlijk is ze ouder dan jij.