Examples of using "Barna" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft bruine ogen.
Tom heeft bruin haar.
Het brood is bruin.
Zijn schoenen zijn bruin.
Die kat is bruin.
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Zwarte veters op bruine schoenen? Dat past niet samen!
Deze kat is bruin.
Ik wil bruine schoenen, geen zwarte.
Tom gaf Maria 1000 dollar in een bruine papieren zak.
die zich verdiepten tot bruin- en paarstinten.