Translation of "Verhandeln" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Verhandeln" in a sentence and their dutch translations:

Lasst uns verhandeln.

Laten we onderhandelen.

Sie werden verhandeln.

- Ze zullen onderhandelen.
- Ze gaan onderhandelen.

Ich kann nicht gut verhandeln.

Ik ben niet goed in onderhandelen.

Die Regierung von Mexiko weigerte sich, zu verhandeln.

De regering van Mexico weigerde te onderhandelen.

Herr Müller, wir verhandeln heute Ihre Strafsache wegen Freiheitsberaubung. Ich beginne mit Ihren Personalien.

Mr. Müller, vandaag behandelen we uw zaak voor onrechtmatige gevangenneming. Ik zal beginnen met uw gegevens.