Examples of using "Unkraut" in a sentence and their dutch translations:
Onkruid vergaat niet.
Onkruid vergaat niet.
Onkruid vergaat niet.
Onze tuin stond vol onkruid.
Tussen de bloemen groeide er veel onkruid.
Mijn grootmoeder wiedde onkruid in de achtertuin.
Het veld was overwoekerd door onkruid.