1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Sitzplatz

Translation of "Sitzplatz" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Sitzplatz" in a sentence and their dutch translations:

Ist dieser Sitzplatz frei?

Is deze zitplaats vrij?

Im übervollen Bus war kein Sitzplatz mehr zu finden.

In de overvolle bus was geen zitplaats meer te vinden.

Im vollbesetzten Bus war kein Sitzplatz mehr zu finden.

In de overvolle bus was geen zitplaats meer te vinden.

Maria ergatterte einen Sitzplatz in der Nähe der Tür.

- Maria heeft een zitplaats dicht bij de deur weten te bemachtigen.
- Maria wist een zitplaats dicht bij de deur te bemachtigen.

Es war höflich von ihm, dem alten Mann seinen Sitzplatz zu überlassen.

Het was beleefd van hem om zijn plek aan de oude man te geven.