Examples of using "Münzen" in a sentence and their dutch translations:
Ken is een muntenverzamelaar.
Verzamel jij ook munten?
Tom verzamelde oude munten.
Ik verzamel zeldzame munten.
Ik heb alleen Amerikaanse munten.
Men zegt dat hij veel oude muntstukken heeft.
Waar heb je deze oude munten vandaan?
Ik zou graag tien dollar in munten wisselen.
Al mijn twee-euromunten zitten in mijn spaarvarkentje.
Het kind bewaarde al zijn geld in een spaarvarkentje.