Examples of using "Klingelt" in a sentence and their dutch translations:
Er wordt gebeld.
De telefoon rinkelt.
De wekker loopt af.
Je telefoon rinkelt, Tom.
De deurbel gaat.
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."
Zodra de wekker gaat moet ik opstaan.
Er wordt op de deur geklopt.