Translation of "Hass" in Dutch

Hass mich nicht!

Haat me niet!

Die Wahrheit gebiert Hass.

Waarheid baart haat.

Warum so viel Hass?

Waarom zoveel haat?

Die Wahrheit kann Hass gebären.

- Waarheid baart haat.
- De waarheid kweekt haat.

- Hass mich nicht!
- Verachte mich nicht!

Haat me niet!

Hass ist der Winter des Herzens.

Haat is de winter van het hart.

Tom funkelte Maria voller Hass und Ekel an.

Tom staarde Maria vol haat en afgrijzen aan.

Er sah sich auch einem Guerillakrieg in Aragon gegenüber - einem Volksaufstand, der vom Hass auf den

Hij werd ook geconfronteerd met een guerrillaoorlog in Aragon - een populaire opstand, gedreven door haat tegen de

Der Hass taucht nicht einfach aus dem Nichts auf. Er beginnt normalerweise mit Neid oder Furcht.

Haat komt niet zomaar uit het niets; normaal gezien begint het met afgunst of angst.

- Christoph Columbus war kein Entdecker, weil er das Meer liebte. Er war ein Entdecker, weil er spanische Gefängnisse hasste.
- Christoph Kolumbus war nicht, weil er das Meer liebte, sondern weil er die spanischen Gefängnisse hasste, Entdecker.
- Christoph Kolumbus war nicht aus Liebe zum Meer Entdecker, sondern aus Hass spanischen Gefängnissen gegenüber.

Christoffel Columbus was niet een ontdekkingsreiziger omdat hij van de zee hield. Hij was een ontdekkingsreiziger omdat hij een hekel had aan Spaanse gevangenissen.