Translation of "Befahl" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Befahl" in a sentence and their dutch translations:

Er befahl mir aufzustehen.

- Hij gaf me het bevel om op te staan.
- Hij beval me op te staan.

Der König befahl, den Gefangenen freizulassen.

De koning gaf het bevel dat de gevangene vrijgelaten moest worden.

Er befahl ihnen, die Gefangenen freizulassen.

Hij beval hen om de gevangenen vrij te laten.

Er befahl mir, den Raum umgehend zu verlassen.

Hij beval mij de kamer onmiddellijk te verlaten.

Im Jahr 1812 befahl Augereau Depots und Verstärkungen im Heck,

In 1812 voerde Augereau het bevel over depots en versterkingen in het achterland,

Im nächsten Jahr befahl Lefebvre die Belagerung von Danzig und

Het jaar daarop voerde Lefebvre het bevel over het beleg van Danzig en

Endlich bot sich die Gelegenheit, sich zu beweisen, als Napoleon ihm befahl, die sich zurückziehenden

Eindelijk kwam er een gelegenheid om zichzelf te bewijzen, toen Napoleon hem beval de terugtrekkende

Im Jahr 1811, als die Armee von Marschall Masséna außerhalb von Lissabon ins Stocken geriet, befahl Napoleon Soult

In 1811, toen het leger van maarschalk Masséna buiten Lissabon vastliep, beval Napoleon Soult