Translation of "Baut" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Baut" in a sentence and their dutch translations:

Daniel baut gerne Modellautos.

Dan maakt graag modelauto's.

Er baut Reis an.

Hij teelt rijst.

Er baut gerne Modellflugzeuge.

Hij bouwt graag modelvliegtuigjes.

So baut man am kostengünstigsten.

Dit is de goedkoopste manier van bouwen...

Der Hof baut Kartoffeln an.

De boerderij kweekt aardappelen.

Er baut im Garten Tomaten an.

Hij verbouwt tomaten in de tuin.

Er baut schon seit 53 Jahren Straßen.

Hij bouwt al 53 jaar wegen.

Sie wissen, wie man eine Atombombe baut.

- Zij weten hoe een atoombom te maken.
- Zij weten hoe een atoombom gemaakt wordt.
- Ze weten hoe een atoombom gemaakt wordt.
- Ze weten hoe men een atoombom maakt.

Er baut in seinem Garten Tomaten an.

Hij kweekt tomaten in zijn tuin.

Tom baut in seinem Garten Tomaten an.

Tom kweekt tomaten in zijn tuin.

- Tom ist Kartoffelbauer.
- Tom baut Kartoffeln an.

Tom is een aardappelboer.

- Tom faltet gerne Papierflieger.
- Tom baut gerne Papierflieger.

Tom vindt het leuk om papieren vliegtuigjes te vouwen.

- Er mag es, Modellflugzeuge zu bauen.
- Er baut gerne Modellflugzeuge.

Hij bouwt graag modelvliegtuigjes.

Die eine Generation baut die Straße, auf der die nächste fährt.

De ene generatie bouwt de straat waar de volgende over reist.