Translation of "Aufgewacht" in Dutch

Bist du aufgewacht?

Ben je wakker geworden?

Ist das Baby aufgewacht?

Is de baby wakker geworden?

Ich bin durstig aufgewacht.

- Ik werd met dorst wakker.
- Ik ben met dorst wakker geworden.

Ich bin gerade aufgewacht.

Ik ben net wakker.

Er ist heute Morgen früh aufgewacht.

Hij werd vanochtend vroeg wakker.

Sie ist heute Morgen früh aufgewacht.

Zij werd vanochtend vroeg wakker.

Wann bist du heute Morgen aufgewacht?

Wanneer ben je vanmorgen wakker geworden?

Als ich aufgewacht bin, war ich traurig.

- Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.
- Ik was verdrietig toen ik opstond.

- Ich bin gerade aufgewacht.
- Ich bin gerade wach geworden.

- Ik ben net wakker.
- Ik ben net wakker geworden.

- Wir sind nach Mitternacht aufgewacht.
- Wir wachten nach Mitternacht auf.

We werden na middernacht wakker.

Waren Ihre Augen heute Morgen verklebt, als Sie aufgewacht sind?

- Zaten je oogleden aan elkaar geplakt toen je vanochtend wakker werd?
- Zaten uw oogleden aan elkaar geplakt toen uw vanochtend wakker werd?

- Als ich aufgewacht bin, war ich traurig.
- Als ich aufwachte, war ich traurig.

- Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.
- Ik was verdrietig toen ik opstond.

- Als ich aufgewacht bin, war ich traurig.
- Ich war traurig, als ich aufstand.

Ik was verdrietig toen ik opstond.

- Als ich aufgewacht bin, war ich traurig.
- Ich war traurig, als ich aufstand.
- Als ich aufwachte, war ich traurig.

- Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.
- Ik was verdrietig toen ik opstond.

- Gestern hat der Wecker nicht geklingelt und Kurt ist nicht aufgewacht.
- Gestern läutete der Wecker nicht, und Kurt wachte nicht auf.

Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.