Examples of using "Soulagé" in a sentence and their dutch translations:
- Tom ziet er opgelucht uit.
- Tom lijkt opgelucht.
- Tom zag er opgelucht uit.
- Tom leek opgelucht.
Tom voelde zich opgelucht.
Ik voel mij opgelucht.
Tom voelde zich opgelucht.
Of zou het een opluchting zijn?
Ik ben opgelucht dat te horen.
Ik ben opgelucht.
Ik was opgelucht dat ze nog leefde.
- Je ziet er opgelucht uit.
- U ziet er opgelucht uit.
- Jullie zien er opgelucht uit.
- Je lijkt opgelucht.
- U lijkt opgelucht.
- Jullie lijken opgelucht.
Ik ben opgelucht dat je in veiligheid bent.
Ik ben blij dat u mijn gebroken Engels hebt kunnen verstaan.
Ik ben opgelucht dat je in veiligheid bent.