Examples of using "Quoi " in a sentence and their dutch translations:
Waarover?
Waarover?
Waarover?
Wat was dat?
Wat ben jij?
Wat is dit?
Nonsens!
Waarover?
En dan?
- Vraag me alles!
- Vraag me maar iets!
- Vraag me iets!
- Wat?
- Wablieft?
- Wat zegt u?
- Hoe bedoelt u?
- Pardon?
- Zeg dat nog eens?
- Hoezo?
Heb je nooit les of zo?
Zeg geen onzin!
Wat? Ik kan je niet horen.
- Wat is dat?
- Wat is dit?
Wat?! Je hebt mijn chocolade beer opgegeten?!
Wat?! Je hebt mijn chocolade beer opgegeten?!
- Wat heb je gezegd?
- Wat?
- Wat zegt u?
- Nog een keer.
- Hoe bedoelt u?
- Pardon?
- Zeg dat nog eens?
- Wat is dat?
- Wat is dit?
Wat is dit?
Wat is dit?
- Dus?
- En?
- Nou en?
- Wat is dat?
- Wat wil je?
- Wat is het?
- Wat moet je?
- Wat is er?
Zeg geen onzin!
- Onzin!
- Nonsens!
- Retteketet!
- Flauwekul!
- Gelul!
- Wat gaan wij doen?
- Wat zullen we doen?
Wat wil je eten?
- Wat is dat?
- Wat is dit?
- Wat is het?
Wat wil je eten?
- Onzin!
- Nonsens!
Wat?! Je hebt je huiswerk niet gemaakt vanwege een voetbalwedstrijd? Dat is geen excuus!
Wat heb je gegeten?