Examples of using "Parlons" in a sentence and their dutch translations:
Laten we erover praten.
We spreken.
Laten we Engels praten.
Laten we buiten praten!
Laten we erover praten.
Laten we eens serieus praten.
- Laten we binnenkort een gesprek voeren!
- Laten we binnenkort praten!
Laten we erover praten!
Laten we het over politiek hebben!
Laten we er niet meer over praten.
We praten met elkaar.
Laten we zwijgen.
Laten we in het Frans praten.
Wij spreken Japans.
We praten veel.
Wij spreken Frans.
Snap je, we praten wél over terugkeer
Wij spreken allemaal Engels.
Laten we er na school over praten.
Kom op, laten we het over bloemen hebben.
We spreken allemaal Frans.
- We praten niet meer.
- Wij praten niet meer.
- We spreken niet meer.
- Wij spreken niet meer.
We spreken geen Engels.
We praten de hele tijd.
We spreken geen Frans.
maar we gebruiken die woorden niet
We moeten praten over wat er gebeurd is.
Thuis spreken we Hongaars.
En om dat uit te leggen wil ik over twee woorden praten.
Laat het ons eerst hebben over de experimenten die uitgevoerd worden in laboratoria.
dus we praten niet over seks in de klas.
- Laat ons vanavond niet over je werk praten.
- Laten we vanavond niet over je werk praten.
Laten we eerst eens praten over wat Tom deed.
Ik weet niet waar we het over hebben.
We spreken thuis alleen Frans.
"Tom, ik heb het gevoel dat we verschillende talen aan het spreken zijn." "What did you say, Mary?"