Examples of using "Manger " in a sentence and their dutch translations:
Wat wil je eten?
Wil je eten?
Wat zou ik eten?
Wanneer kunnen we eten?
Wat wil je eten?
Wat wil je eten?
Kan ik iets te eten krijgen?
- Wat wil je eten?
- Wat wilt u eten?
- Wat wil je eten?
- Wat wilt u eten?
Wat wil je eten?
- Wat wil je eten?
- Wat wilt u eten?
Wil je wat gaan eten? Ik trakteer.
Wat wilt u eten?
Wat wil je eten?
Wat kook je?
Wat wil je eten?