Examples of using "Ingénieur" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben ingenieur.
Bob werd ingenieur.
Tom is een raketwetenschapper.
Mijn broer is ingenieur.
Ik wil ingenieur worden.
Mijn broer is ingenieur geworden.
Tom is een elektricien.
- Hij is een geboren ingenieur.
- Hij is een geboren technicus.
Ik wilde kernfysicus worden, gespecialiseerd in plasmafysica