Examples of using "Attendent" in a sentence and their dutch translations:
Zij wachten op ons.
- Ze wachten.
- Zij wachten.
Zij wachten op ons.
Ze wachten op jullie.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
- Ze wachten op je.
- Ze wachten op jullie.
Tientallen brieven staan voor je klaar.
Je gasten wachten.
Ze wachten allemaal op het donker.
Er staan al veel mensen in de rij voor de cinema.