Examples of using "Vihainen" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben boos.
Tom is boos.
Ben je kwaad?
- Mijn moeder is woest.
- Mijn moeder is woedend.
Tom is waarschijnlijk kwaad.
Mijn moeder is boos.
Tom is waarschijnlijk kwaad.
Tom is nog steeds boos.
Ben je boos op Tom?
Ik ben woedend.
- Ik was woedend.
- Ik was boos.
Mijn oom is boos.
Ben je kwaad?
Hij is nog steeds boos.
Ik was woedend en in de war.
Hij is woedend op jou.
Ik weet dat jullie boos zijn.
- Hij is nog steeds boos.
- Hij is nog steeds woedend.
Ze is boos op me.
Ik denk dat hij boos was.
Tom is boos en verbitterd.
Ik denk dat hij kwaad is.
Ben je nog steeds boos op me?
Weet jij waarom ze zo boos is?
Ik ben woedend.
Is Tom gek?
Mijn moeder is woest.
Tom was erg boos op me.
Zo gauw als ik hem zag, wist ik dat hij boos was.
Waarom ben je zo boos?
Ben je nog steeds boos op me?
- Tom is gek.
- Tom is boos.
Tom is boos omdat Mary zijn laptop had geleend zonder te vragen.
Weet jij waarom ze zo boos is?