Translation of "Tulevaisuus" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Tulevaisuus" in a sentence and their dutch translations:

Tulevaisuus ahdistaa minua.

Ik ben bezorgd over de toekomst.

Tulevaisuus huolestuttaa minua.

Ik ben bezorgd over de toekomst.

Sinulla on valoisa tulevaisuus.

- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.

Tulevaisuus on lähempänä kuin luulet.

De toekomst is dichterbij dan je denkt.

On mahdoton ennustaa, miltä niiden tulevaisuus näyttää.

...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.

Mutta sen poikasten tulevaisuus - on paljon epävarmempi.

Maar de toekomst van haar jongen... ...is minder zeker.

Tulevaisuus kuuluu niille, jotka uskovat unelmiensa kauneuteen.

De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.