Examples of using "Tulevaisuus" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben bezorgd over de toekomst.
Ik ben bezorgd over de toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.
De toekomst is dichterbij dan je denkt.
...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.
Maar de toekomst van haar jongen... ...is minder zeker.
De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.