Translation of "Tavata" in Dutch

- Hauska tavata.
- Hauska tutustua.
- Mukava tutustua.
- Kiva tavata.
- Mukava tavata.

- Aangenaam kennis te maken.
- Aangenaam.

- Saat tavata hänet.
- Saatte tavata hänet.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

Hauska tavata.

Ik ben blij u te ontmoeten.

- Haluan tavata Tomin.
- Haluan tavata Tomin kanssa.

Ik wil Tom ontmoeten.

- Tom halusi tavata sinut.
- Tom tahtoi tavata sinut.

Tom wilde je graag ontmoeten.

- Hauska tavata.
- Hauska tutustua.
- Mukava tavata!
- Mukava tutustua!

- Aangenaam!
- Aangenaam kennis te maken!

Haluatko tavata hänet?

- Wil je hem ontmoeten?
- Willen jullie hem ontmoeten?

On ilo tavata!

Aangenaam!

- Milloin voimme tavata toisemme taas?
- Millon me voidaan tavata taas?

Wanneer kunnen we elkaar weer zien?

- Mukava tavata sinut.
- Mukava tavata teidät.
- Ilo on minun puolellani.

- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Prettig met u kennis te maken!
- Aangenaam.
- Aangenaam kennis te maken!
- Aangenaam kennis met je te maken.
- Prettig kennis met je te maken.

Haluan tavata sinut uudestaan.

- Ik wil u terugzien.
- Ik wil je weer zien.
- Ik wil u weer zien.
- Ik wil jullie weer zien.
- Ik wil je terugzien.

Haluan tavata Tomin kanssa.

Ik wil Tom ontmoeten.

Hän haluaa tavata sinut.

Hij wil je ontmoeten.

Kuten myös, hauska tavata.

Ook voor mij is het aangenaam kennis te maken.

Voimmeko tavata tänä iltana?

Zou ik u vanavond kunnen zien?

Henrik haluaa tavata sinut.

Henriko zou u willen ontmoeten.

Hauska tavata. Olen muurahaiskarhu.

- Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
- Aangenaam kennis te maken. Ik ben een miereneter.
- Fijn je te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

- Mukava tavata!
- Mukava tutustua!

- Aangenaam!
- Aangenaam kennis te maken!

- Olen iloinen kun saan tavata sinut taas.
- Mukava tavata sinut taas.

- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.

- Kaikki haluavat tavata sinut. Olet kuuluisa.
- Kaikki haluavat tavata sinut. Olet kuuluisa!
- Kaikki haluavat tavata sinut. Sinä olet kuuluisa!
- Kaikki haluavat tavata teidät. Te olette kuuluisia!
- Kaikki haluavat tavata teidät. Olette kuuluisia!

- Iedereen wil u ontmoeten, u bent een beroemdheid!
- Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
- Iedereen wil jou ontmoeten, je bent beroemd!

Voinko tavata sinut kymmeneltä huomenna?

Kan ik je morgen om tien uur zien?

-Olemme brasilialaisia. -Selvä. On ilo tavata.

Ik ben Braziliaans. -Oké. Fijn u te ontmoeten.

Eräs herra Miller haluaa tavata sinut.

Een heer Miller zou u graag willen zien.

- Olen onnellinen tapaamisestamme.
- Mukava tavata sinut.

Ik ben blij je te zien.

Mies nimeltä Ito haluaa tavata sinut.

Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.

On harvinaista tavata kaltaisiasi mukavia ihmisiä.

- Zulke aardige mensen als jij kom je maar zelden tegen.
- Het is zeldzaam om aardige mensen zoals u te ontmoeten.

On mukavaa tavata sinut kasvotusten vihdoinkin.

Ik ben blij je eindelijk in levenden lijve te ontmoeten.

- Ilo on minun puolellani!
- Mukava tavata sinut!

Het is me een genoegen!

Etsimme heimon vanhinta, jonka pitäisi tavata meidät ja kerätä rokotteet.

We zoeken de dorpsoudste... ...die me moet ontmoeten om de vaccins in ontvangst te nemen.

- Voisitko tavata sen, kiitos!
- Voisitko sanoa sen kirjain kirjaimelta, kiitos!

- Kunt u dat alstublieft spellen?
- Kan je dat spellen, alsjeblieft?
- Kunt u dat spellen, alstublieft?