Examples of using "Nainen" in a sentence and their dutch translations:
De vrouw is aan het lezen.
Ik ben een vrouw.
De vrouw is dik.
- Je bent een vrouw.
- U bent een vrouw.
De vrouw is aan het lezen.
Je bent een mooie vrouw.
De vrouw is mooi.
- Mijn moeder is een vrouw.
- Een moeder is een vrouw.
Jij bent geen vrouw.
De vrouw wast haar gezicht.
Een vrouw drinkt water.
De vrouw is mooi.
Deze vrouw is niet knap.
De mooie vrouw is vriendelijk.
Marie is de vrouw van mijn dromen.
Ze was de enige vrouw.
Jij bent een zeer aantrekkelijke vrouw.
Die vrouw is prachtig.
- Marie is mijn ideale vrouw.
- Marie is de vrouw van mijn dromen.
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Mijn zus was een erg knappe vrouw.
De oude vrouw ging de bus uit.
Zij is de mooiste vrouw van allemaal.
- Wie is de vrouw in de bruine jas?
- Wie is de vrouw in de bruine mantel?
De man en de vrouw drinken thee.
Je bent nog steeds een zeer aantrekkelijke vrouw.
Wat zegt ze?
Er was eens een arme man en een rijke vrouw.
Ik vind haar charmant en aantrekkelijk.
Een jonge vrouw speelde al zingend gitaar voor de fontein.
- Tegenwoordig is het niet ongewoon dat een vrouw alleen reist.
- Tegenwoordig is het niet vreemd dat een vrouw alleen reist.
Deze vrouw is niet knap.
Tom vond vroeger dat Maria de mooiste vrouw op aarde was.
Maria is een zeer mooie vrouw. Op een schaal van een tot tien behaalt ze een elf.
De oude vrouw werd in het ziekenhuis gebracht, maar overleed niet veel later.
Zij is ouder dan hij.
Ze houdt van hem.
Ik ben vrij.