Translation of "Kävele" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Kävele" in a sentence and their dutch translations:

Kävele!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Ga!
- Rot op.
- Lopen!
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Vooruit.
- Loop weg!

Kävele hitaasti.

- Ga langzaam.
- Loop langzaam.
- Ga langzaam!
- Ga langzaam vooruit.
- Wandel langzaam.

Kävele hitaammin.

Loop eens wat langzamer.

- Kävele.
- Kävelkää.

- Ga weg!
- Wegwezen!
- Ga!
- Vooruit!
- Voorwaarts!

- Kävele hitaammin.
- Kävelkää hitaammin.

Loop eens wat langzamer.

- Mene!
- Kävele!
- Menkää!
- Kävelkää!

- Ga!
- Vooruit!
- Plankgas!
- Lopen!
- Nu!
- Go!
- Voorwaarts!

- Kävele hitaasti!
- Kävelkää hitaasti!

Ga langzaam!

Älä kävele niin nopeasti.

Loop niet zo snel.

Isäni ei aina kävele työhön.

Mijn vader gaat niet altijd lopend naar het werk.