Examples of using "Bill" in a sentence and their dutch translations:
- Hier is de rekening.
- Hier is de factuur.
Hier is de rekening.
- Hier is de rekening.
- Hier is het bonnetje.
- De rekening, alstublieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?
Kom op, Bill.
Bill is met roken gestopt.
- De rekening, alstublieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?
- De rekening alsjeblieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?
Bill is altijd eerlijk.
Bill heeft veel vrienden.
Zet dat op mijn rekening.
- Bill is in Japan geweest.
- Bill was in Japan.
Bill is altijd eerlijk.
Ik zal de rekening betalen.
Bill, doe de deur open.
- Laten we de rekening delen.
- Laten we de rekening splitsen.
Dit wetsvoorstel is onnodig.
- De rekening, alstublieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?
- De rekening alsjeblieft.
John is slimmer dan Bill.
Bill gaat winnen, nietwaar?
Hoi, Bill. Hoe gaat het?
Bill komt volgende week terug.
Bill is mijn beste vriend.
Bill doorzocht het hele huis.
Bill was in zijn slaapkamer.
Zet dat op mijn rekening.
Zet dat op mijn rekening.
Stuur me de rekening.
Mag ik Bill spreken?
Bill Walton was een stotteraar.
Er staat een fout in de rekening.
Bill is twee jaar ouder dan ik.
- De rekening, alstublieft.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?
De rekening, alstublieft.
Bill schreide urenlang.
Bill heeft me een mooie jurk gemaakt.
De rekening werd met muntjes betaald.
De rekening bedroeg 100 dollar.
Bill zit in de redactie.
Bill was door een inbreker vermoord.
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Bill werd gedood door die man.
Bill heeft de misdaad niet begaan.
Niemand weet waar Bill naartoe is.
Ik betaal wel.
Bill gaat om de dag vissen.
Mag ik de rekening, alstublieft?
Ik zal u direct de rekening brengen.
Ze kreeg vandaag de elektriciteitsrekening.
Bill is altijd eerlijk.
Wie gaat de rekening betalen?
Stuur me de factuur naar huis op, alstublieft.
Er staat een fout in de rekening.
- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?