Examples of using "Robert" in a sentence and their dutch translations:
Robert komt mij af en toe bezoeken.
Ze noemen Robert „Bob”.
Ik heb gehoord dat Robert ziek is.
John is ouder dan Robert.
Edward is jonger dan Robert.
Edward is jonger dan Robert.
Ik heb gehoord dat Robert ziek is.
Ik heb gehoord dat Robert ziek is.
Edward is jonger dan Robert.
Robert komt mij af en toe bezoeken.
Adviseur Robert Mueller heeft z'n laatste rapport uitgebracht.
- Edward is jonger dan Robert.
- Eduardo is jonger dan Roberto.
Robert was zo druk dat hij een uitnodiging om te gaan golfen van de hand moest wijzen.