Examples of using "Prayed" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen bad.
Tom bad.
We baden.
Ik bad.
Ze bad.
Sami bad.
Taninna bad.
Mennad heeft gebeden.
- Wij baden samen.
- We hebben samen gebeden.
Tom bad voor Mary.
Sami heeft nog niet gebeden.
Sami en Layla baden samen.
Hij bad.
Hij bad tot God, dat die mij zou zegenen.
Heb je ooit in een moskee gebeden?
Ik heb ervoor gebeden dat mijn vader me zou vergeven.
Ik bad opdat mijn dochters mij zouden vergeven.