Examples of using "Pray" in a sentence and their dutch translations:
Bid.
Bid.
Laat ons bidden.
Ik bid.
- Bid maar.
- Bidden maar.
Bid meer.
Ik kan nu niet bidden.
Bid en werk.
Bid en werk!
Neem me niet kwalijk.
Moslims bidden tot God.
Ik kan nu niet bidden.
Bid voor Nieuw-Zeeland.
Sami en Layla bidden samen.
Het enige wat we kunnen doen is bidden.
Moslims bidden altijd met het gezicht richting Mekka.
Laat ons bidden.
Sami weet niet hoe hij moet bidden.
Ik bid.
Ze had de gewoonte te bidden voordat ze ging slapen.
Ze ging op haar knieƫn om te bidden.
Sami en Layla bidden vijf keer per dag.
Klem je daar aan vast. Bidden dat het touw het houdt.
Ik bid ervoor dat je veel geluk zult hebben.
En waarom, vertel mij eens, dacht je dat ik daarmee in zou stemmen?
"In Jezus' naam bid ik, amen. Dit is mijn levensverhaal."
Hij werd nog steeds zo hoog gewaardeerd in Aragon dat er een mis werd gehouden om voor zijn ziel te bidden