Translation of "Pack" in Dutch

Pack your gear.

Pak je spullen!

Pack some sunscreen.

Pak wat zonnebrandcrème in.

Tom has a six-pack.

Tom heeft een sixpack.

It's time to pack up.

Het is tijd om in te pakken.

She helped me pack my suitcase.

- Ze hielp mij mijn valies inpakken.
- Zij hielp mij mijn koffer inpakken.

Pack an extra pair of socks.

Pak een extra paar sokken in.

I have a pack of gum.

Ik heb een pakje kauwgom.

My 48-pack of super maxi pads,

een pak van 48 supermaxi maandverband,

These pills come in a blister pack.

Deze tabletten worden in een blisterverpakking aangeboden.

We found 72 that stand above the pack.

Wij vonden er 72 die boven de rest uitsteken.

But a real, pack-your-bags kind of journey.

maar een echte reis met bagage en zo.

He put a pack of cigarettes on the table.

Hij legde een pakje sigaretten op de tafel.

I'm not going to pack your suitcases for you.

Ik ga niet je koffer voor je inpakken.

So we couldn't just pack up and move north to become farmers.

We konden niet zomaar verhuizen en in het noorden boer worden.

And it was amazing to see her try to fit in that pack.

en het was geweldig hoe ze bij hen probeerde te passen.

That there was ChapStick or a pack of gum in one of the pockets.

dat er lippenbalsem of kauwgom in één van de zakken zat.