Examples of using "Murdered" in a sentence and their dutch translations:
- Tom werd vermoord.
- Tom is vermoord.
Betty heeft hem gedood.
- Is Tom vermoord?
- Werd Tom vermoord?
Zij vermoordden Tom.
Er is iemand vermoord.
- Tom heeft Maria vermoord.
- Tom vermoordde Maria.
Wie is er vermoord?
- Tom werd vermoord.
- Tom is vermoord.
Ze vermoordde haar echtgenoot.
Tom heeft de juwelier vermoord.
Layla is vermoord.
Sami heeft een prostituee vermoord.
Ik heb ze allemaal vermoord.
Sami is vermoord.
Ik vraag me af of Tom vermoord was.
Hij was gemarteld en vermoord.
- Tom is vermoord door Mary.
- Tom werd door Maria vermoord.
Tom werd gemarteld en vermoord.
Ze zijn vermoord.
Tom vermoordde zijn schoonzoon.
- Zij vermoordden Tom.
- Ze hebben Tom gedood.
Waar was jij de nacht dat Tom vermoord is?
Er is een mogelijkheid dat de man vermoord werd.
Tom is op brute wijze vermoord in zijn eigen huis.
Waar was jij de nacht dat Tom vermoord is?
Betty heeft hem gedood.
Waar was jij de nacht dat Tom vermoord is?
DAN MITRIONE VANDAAG VERMOORD Ze namen steden in, overvielen arsenalen, banken...
Ik las in de krant dat hij vermoord werd.
Mijn grootvader werd in de Tweede Wereldoorlog gedood.