Examples of using "Melanie" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Melanie.
Melanie houdt van muziek.
Melanie Joy: Dankjewel.
Melanie eet graag pizza.
Melanie kent de waarheid.
Melanie drinkt melk.
- Melanie heeft per ongeluk een vlieg gedood.
- Melanie heeft zonder opzet een vlieg gedood.
Melanie eet een appel.
- Melanie heeft gezegd dat ze graag zwemt.
- Melanie zei dat ze van zwemmen houdt.
- Melanie heeft per ongeluk een vlieg gedood.
- Melanie heeft zonder opzet een vlieg gedood.
Melanie is haar geliefkoosde boek aan het lezen.
Melanie denkt dat het gaat regenen.
Melanie heeft een spin met haar hand gedood.
Melanie heeft de vaas op de tafel gezet.
Melanie denkt dat de situatie heel slecht is.