Translation of "Laundry" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Laundry" in a sentence and their dutch translations:

Is my laundry ready?

Is mijn was klaar?

She sorted her laundry.

- Ze sorteerde haar was.
- Ze heeft haar was gesorteerd.

You're washing my laundry.

- Je wast mijn was.
- Je doet mijn was.

Doing the laundry is my job.

Kleren wassen is mijn taak.

Tell her I'm hanging up the laundry.

Zeg haar, dat ik de was ophang.

Washing laundry by hand is hard and time-consuming.

Het wasgoed met de hand wassen is vermoeiend en tijdrovend.

I don't have time to do the laundry today.

Ik heb vandaag geen tijd om de was te doen.

Have you recently changed your soap or laundry detergent?

- Bent u onlangs van zeep of wasmiddel veranderd?
- Ben je onlangs van zeep of wasmiddel veranderd?

My mother doesn't do my laundry for me anymore.

Mijn moeder wast mijn kleren niet meer.

- Washing clothes is my work.
- Doing the laundry is my job.

Kleren wassen is mijn taak.

On a hot day like this, the laundry will be dry in no time.

Op een warme dag als deze is de was in een wip en een gouw droog.

Wait a minute. The wash is done. I'm going to hang out the laundry to dry.

Wacht even. De was is klaar. Ik ga de was ophangen om te drogen.

How many times do I have to ask you to put your laundry in the basket?

- Hoe vaak moet ik je nog vragen om je was in de mand te doen?
- Hoe vaak moet ik u nog vragen om uw was in de mand te doen?
- Hoe vaak moet ik jullie nog vragen om jullie was in de mand te doen?

Oh dear, it's raining, and I've already hung the laundry out to dry; what shall I do?

Oh hemel, het regent, en ik heb de was al buiten gehangen om te drogen; wat moet ik doen?

I don't have a washing machine at home, and so I have to go to the washing room in order to do the laundry.

Ik heb geen wasmachine, daarom moet ik naar de wasserette om de kleding te wassen.