Translation of "Gladly" in Dutch

Gladly.

- Graag.
- Met genoegen.

Yes, gladly.

Ja, graag.

- With pleasure.
- Gladly.

Graag.

Anna gladly eats chocolate.

Anna eet met plezier chocolade.

I will gladly help you.

- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.

I will do it gladly.

Ik zal dit met veel plezier doen.

- Yes, please.
- Yes, gladly.
- Yes, with pleasure.

- Ja, graag.
- Ja, alstublieft.

- I'd gladly do it.
- I'd like to do it.

Dat zou ik graag willen doen.

- I'll be glad to help him.
- I will gladly help you.

Ik zal hem met plezier helpen.

- I will gladly help you.
- I will be glad to help you.

- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.

- I'll be glad to come.
- I will be glad to come.
- I'll gladly come.

- Ik kom graag.
- Ik kom met plezier.

- I'll be glad to.
- You're welcome.
- You are welcome.
- My pleasure.
- With pleasure.
- Gladly.

- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- 't Is niks.
- Niets te danken!
- Alsjeblieft.
- Alsjeblief.
- Geen dank.
- Graag.
- Met plezier.
- Met genoegen.