Examples of using "Drives" in a sentence and their dutch translations:
Tom rijdt voorzichtig.
Tom rijdt.
Ze rijdt een BMW.
Tom rijdt in een BMW.
Tom rijdt veel sneller dan Mary.
Betty rijdt snel.
Tom rijdt voorzichtig.
Hij rijdt snel.
Tom rijdt snel.
- Tom rijdt langzaam.
- Tom rijdt traag.
- Hij rijdt heel snel.
- Hij rijdt heel vlug.
Ze rijdt een BMW.
- Ze rijdt heel snel.
- Zij rijdt heel snel.
Dat maakt me gek.
Ze rijdt een BMW.
Tom rijdt te snel.
Ik word stapelgek van Tom.
Tom rijdt in een BMW.
- Mennad rijdt in een minibus.
- Mennad heeft een minibus.
Tom maakt me gek.
Ze rijdt erg goed.
Ik hou niet van lange autoritten.
Hij rijdt in een roze Cadillac.
Tom rijdt als een maniak.
Tom rijdt altijd te hard.
Tom rijdt in een gele taxi.
Tom rijdt in een oranje Lamborghini.
Papa rijdt altijd te hard.
Sami rijdt in een gele auto.
Hij rijdt in een elektrische auto.
Tom rijdt in een zwart busje.
Tom rijdt in een zwarte auto, toch?
Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.
Tom rijdt langzamer dan Maria.
Hij rijdt dikwijls naar de bibliotheek.
Mijn vader rijdt met een heel oude auto.
Dat maakt me gek.
Tom rijdt gewoonlijk iets harder dan de toegestane snelheid.
Een herdershond drijft een kudde schapen naar de weide.
Dat maakt me gek.
Tom rijdt in een Toyota.
Hij fluit de hele tijd. Ik word er gek van.
In sommige gevallen drijft religie veel Afrikanen tot het uiterste:
want hoe we omgaan met ons innerlijk is de motor van ons bestaan.
Degene die rijdt is degene die niet drinkt.
Ik word stapelgek van Tom.
Tom rijdt zestig mijlen per uur op de snelweg om brandstof te besparen.
Hij rijdt dikwijls naar de bibliotheek.