Translation of "Cooks" in Dutch

Sami cooks.

Sami kookt.

Tom cooks.

Tom kookt.

- My mother cooks well.
- My mother cooks skillfully.

Mijn moeder kookt goed.

She cooks well.

Ze kookt goed.

We're good cooks.

Wij zijn goede koks.

Tom cooks with gas.

Tom kookt op gas.

My mother cooks well.

Mijn moeder kookt goed.

My mother cooks skillfully.

Mijn moeder kookt goed.

She cooks for him.

Ze kookt voor hem.

The mouse cooks fish.

De muis kookt vis.

My mother often cooks.

Mijn moeder is vaak aan het kokkerellen.

Too many cooks spoil the broth.

Veel koks verzouten de brij.

- Tom's cooking.
- Tom is cooking.
- Tom cooks.

- Tom is aan het koken.
- Tom kookt.

She cooks chicken the way I like.

Ze maakt kip klaar op de manier die ik lekker vind.

She cooks things for me that I like.

Ze kookt voor mij dingen die ik lust.

I don't like the way Tom cooks pasta.

Ik hou niet van de manier waarop Tom pasta kookt.

My mom cooks the best food in the world!

Mijn moeder maakt het beste eten van de wereld!

- Many men, many minds.
- Too many cooks spoil the broth.

- Vele handen maken licht werk.
- Veel koks verzouten de brij.

- Tom is a good cook.
- Tom is good at cooking.
- Tom cooks well.

Tom kan goed koken.