Translation of "Charged  " in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Charged  " in a sentence and their dutch translations:

This battery is charged.

Deze batterij is geladen.

The driver was charged with speeding.

De bestuurder werd bekeurd wegens te snel rijden.

- He was charged with assault and battery.
- He was charged with the crime of abusive language.

Hij werd aangeklaagd wegens grof taalgebruik.

The police charged Sachiyo with the murder.

De politie beschuldigde Sachiyo van de moord.

Sami was charged with first degree homicide.

Sami werd aangeklaagd voor moord met voorbedachten rade.

And so I charged from there towards the summit.

Ik kreeg weer energie voor de rest van de klim.

He was charged with the crime of abusive language.

Hij werd aangeklaagd wegens grof taalgebruik.

- Have these batteries been recharged?
- Are these batteries charged?

Zijn deze batterijen opgeladen?

While the euro is merely charged with German intellect and technology,

en dat de euro zijn waarde haalt uit Duits intellect en technologie

New middle-class militia charged with preserving  order, and defending against counter revolution.

nieuwe middenklasse milities belast met het bewaren van orde, en verdedigen tegen de contrarevolutie

At the Battle of Jena, Ney ignored his orders, and charged straight at the Prussian lines,

Bij de Slag bij Jena negeerde Ney zijn bevelen en stormde recht op de Pruisische linies af,

Ordered to advance, his corps lost its way in a  blizzard, was mown down by Russian guns, charged  

Zijn korps kreeg het bevel om op te rukken en raakte de weg kwijt in een sneeuwstorm, werd neergemaaid door Russische kanonnen, werd aangevallen

Thus saith Cyrus king of Persia: All the kingdoms of the earth hath the Lord, the God of heaven, given me; and He hath charged me to build Him a house in Jerusalem, which is in Judah. Whosoever there is among you of all His people, the Lord his God be with him, let him go up.

Zo zegt Kores, koning van Perzië: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op.