Examples of using "Battery" in a sentence and their dutch translations:
- De batterij is leeg!
- De accu gaf het op.
De batterij is leeg!
- De batterij is leeg!
- De accu gaf het op.
De accu gaf het op.
De batterij is leeg!
- Mijn batterij is bijna leeg.
- Mijn batterij staat op het punt dood te gaan
- Mijn batterij is bijna dood.
Deze batterij is geladen.
De batterij is leeg!
De batterij is leeg!
De batterij is leeg!
- Mijn batterij is bijna leeg.
- Mijn batterij raakt op.
- Mijn batterij is bijna leeg.
- Mijn batterij staat op het punt dood te gaan
- Mijn batterij is bijna dood.
De autobatterij is leeg
Wie heeft mijn batterijlader gepikt?
Verwijder de batterij uit de rookmelder.
De batterij van Mary haar gsm heeft het begeven.
De batterij is leeg!
De batterij is leeg!
De batterij van mijn telefoon werkt niet meer.
De accu heeft wat tijd nodig voor het opladen.
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.
en was je batterij bijna plat?
De batterij van mijn mp3-speler was leeg.
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.
Dat meer naast ons bestaat uit puur accuzuur.
Hij werd aangeklaagd wegens grof taalgebruik.
De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.