Examples of using "Broom" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een bezem nodig.
Nieuwe bezems vegen schoon.
We vegen met een bezem.
Dit is een magische bezemsteel.
Ik heb een nieuwe bezem nodig. Deze is kapot.
Zet alsjeblieft de motblik in de bezemkast.
Dit is een magische bezemsteel.
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers op zogenaamd "pannenbier" trakteert om dit te vieren. Er wordt dan een vlag in de nok van het huis geplaatst. Is de opdrachtgever te gierig om te trakteren, dan wordt geen vlag, maar een bezem geplaatst.