Translation of "Tellen" in Spanish

0.221 sec.

Examples of using "Tellen" in a sentence and their spanish translations:

Begin met tellen.

Empieza a contar.

Hij kan niet tellen.

Él no sabe contar.

- Kun je in het Frans tellen?
- Kunt u in het Frans tellen?
- Kunnen jullie in het Frans tellen?

¿Sabes contar en francés?

- Kun je in het Italiaans tellen?
- Kunt u in het Italiaans tellen?
- Kunnen jullie in het Italiaans tellen?

- ¿Sabes contar en italiano?
- ¿Podés contar en italiano?
- ¿Puedes contar en italiano?

- Kun je ook in het Italiaans tellen?
- Kunt u ook in het Italiaans tellen?
- Kunnen jullie ook in het Italiaans tellen?

¿También puedes contar en italiano?

Mijn zoon kan nog niet tellen.

Mi hijo todavía no sabe contar.

In twee tellen ben ik terug.

Vuelvo en dos segundos.

Mijn zoon kan nu tot honderd tellen.

Mi hijo puede contar hasta cien ahora.

Ze kan van een tot tien tellen.

Ella puede contar del uno al diez.

Mijn zoon kan al tot honderd tellen.

Mi hijo ya sabe contar hasta cien.

Kun je ook in het Italiaans tellen?

¿También puedes contar en italiano?

Dat ik ze op één hand kon tellen.

se podían contar con una mano.

Hij heeft meer geld dan hij kan tellen.

Él tiene más dinero del que pueda contar.

We hebben meer klanten dan we kunnen tellen.

Tenemos más clientes de los que podemos contar.

- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.

- Volveré pronto.
- Volveré en seguida.
- Vuelvo en seguida.
- Yo regresaré pronto.

Ze is twee jaar oud en kan al tellen tot honderd.

Ella sólo tiene dos años, pero ya sabe contar hasta 100.

- Ze is twee jaar oud en kan al tellen tot honderd.
- Ze is nog maar twee jaar oud, maar ze kan al tellen tot honderd.

Ella sólo tiene dos años, pero ya sabe contar hasta 100.

Wanneer je twee jaar oud was, kon je al tot tien tellen.

Tú podías contar hasta diez cuando tenías dos años.

Er staan zoveel sterren aan de hemel, ik kan ze niet allemaal tellen.

Hay tantas estrellas en el cielo que no puedo contarlas todas.

Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.

Ella sólo tiene dos años pero es capaz de contar hasta cien.

Alle deelnemers hopen dat voor het jaareinde Tatoeba een miljoen zinnen zal tellen.

Todos los miembros esperamos que Tatoeba tenga un millón de oraciones a final de año.

Ze is nog maar twee jaar oud, maar ze kan al tellen tot honderd.

Ella sólo tiene dos años, pero ya sabe contar hasta 100.

Het is tijd om meer te doen dan alleen het tellen van het aantal slachtoffers.

Es hora de hacer más que tan solo contar la cifra de víctimas.

Als er geen leven na de dood is, kan je dit leven maar beter laten tellen.

Si no hay vida después de la muerte, más te vale hacer que esta vida sirva de algo.

Er zijn drie verschillende soorten mensen op de wereld: zij die kunnen tellen en zij die dat niet kunnen.

Existen tres clases de personas en el mundo: aquellos que pueden contar, y aquellos que no pueden.