Translation of "Neem" in Spanish

0.012 sec.

Examples of using "Neem" in a sentence and their spanish translations:

- Neem het over.
- Neem over.

- Asume el mando.
- Toma el control.
- Encárgate tú.

- Neem het.
- Neem dit aan.

- Tome esto.
- Tomen esto.

- Neem de controle over.
- Neem het bevel.
- Neem het commando.
- Neem de leiding.

- Toma el control.
- Hazte con el control.

- Oké, neem het.
- Goed, neem het.

Vale, cógelo.

- Neem dit aspirientje.
- Neem deze aspirine.

Tome esta aspirina.

Neem het.

- ¡Cógelo!
- Cógelo.

Neem dekking!

¡A cubierto!

Neem Tom.

Llévate a Tom.

Neem voorzorgsmaatregelen.

- Ten cuidado.
- Ten precaución.

Neem alles.

Cógelo todo.

Neem het!

¡Cógelo!

Neem ontslag.

Renuncie.

- Neem de controle.
- Neem de controle over.

Toma el control.

- Neem er alstublieft een.
- Neem er alsjeblieft een.

- Llévese uno.
- Coge una.
- Coge una de estas.

- Neem nog een kopje.
- Neem nog een kop.

- Sírvase otra copa.
- Sírvete otra copa.
- Sírvanse otra copa.

- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.

- Me estoy duchando.
- Me estoy dando una ducha.

- Neem het.
- Grijp het!
- Pak het!
- Neem het!

¡Cógelo!

Neem enkele seconden

Y durante unos segundos

Neem dit fruit.

Miren esta fruta.

Welke neem jij?

- ¿Cuál escoges?
- ¿Cuál coges?

Neem een binnenweg!

Toma un atajo.

Neem me mee.

Llévame contigo.

Neem de tijd.

- Tómate tu tiempo.
- Tómese su tiempo.

Neem een ​​bus.

Toma un bus.

Neem wat ham.

Come un poco de jamón.

Neem een aspirientje.

- Toma una aspirina.
- Tómate una aspirina.

Neem de bus.

Tomate el bondi.

Neem wat rust.

- Descansad un poco.
- Descansa un poco.

Neem wat aspirine.

Tomá una aspirina.

Neem een medicament!

¡Toma medicación!

Neem dit aan.

- Toma esto.
- Tome esto.
- Tomen esto.
- Tomá esto.

Neem deze aan.

- Llévate estos de aquí.
- Quédate con estos.

Neem de mijne.

- Coge el mío.
- Toma el mío.

- Neem actie!
- Handel!

Actúa.

Neem twee aspirines.

- Tomá dos aspirinas.
- Toma dos aspirinas.

Ik neem hem.

Lo tomo.

Neem een biertje.

Tómate una cerveza.

Ik neem het.

Lo tomo.

Neem geen gevangenen!

¡No cojáis prisioneros!

Neem het medicijn.

Toma la medicina.

Ik neem ontslag.

Renuncio.

Neem mijn auto.

Llévate mi coche.

Neem dit aspirientje.

Tome esta aspirina.

- Neem er alsjeblieft nog een.
- Vooruit, neem er nog een.

- Adelante, toma otro.
- Adelante, tome otro.

Neem bijvoorbeeld, zegt hij,

y él pone como ejemplo:

Of neem de codebeweging.

O el movimiento del código,

Neem die gletsjer bijvoorbeeld.

Consideren este glaciar, por ejemplo.

Ik neem je mee.

- Yo te llevo.
- Te llevo yo.

Neem plaats aan tafel.

Siéntate a la mesa.

Neem het niet serieus.

- No te lo tomes a pecho.
- No te lo tomes en serio.

Neem de telefoon op.

Coge el teléfono.

Ik neem wel op.

Yo contesto.

Neem mijn advies aan.

Sigue mi consejo.

Neem er deel aan!

¡Participa!

Ik neem de gele.

Me llevo el amarillo.

Ik neem suggesties aan.

Acepto sugerencias.

Ik neem een douche.

Estoy duchándome.

Ik neem een bad.

Estoy tomando un baño.

Neem de andere stoel!

¡Tome la otra silla!

Dat neem je terug.

- Devuélvelo.
- Llevátelo otra vez.

Neem er gewoon een.

- Coge solo una.
- Coge solo uno.
- Coja solo una.
- Coja solo uno.
- Coged solo una.
- Coged solo uno.
- Cojan solo una.
- Cojan solo uno.

Neem er maar een.

Toma solo una.

Neem er nog een.

- Tomá otro.
- Tomá otra.
- Toma otra.
- Toma otro.
- Tome otro.
- Tome otra.

Ik neem graag foto's.

Me gusta sacar fotos.

Ik neem een bus.

Toma un bus.

Ik neem morgenmiddag vrij.

Mañana me tomaré la tarde libre.

Ik neem alles terug.

Reconozco mi error.

Neem het niet persoonlijk.

No es nada personal.

Neem uw kinderen mee.

Lleve a sus hijos.

Neem je computer mee.

- Trae tu computadora.
- Trae tu ordenador.

Neem het geld mee.

Lleve usted el dinero consigo.

Neem de controle over.

Toma el control.

Neem de paraplu mee.

Llévate el paraguas.

- Neem plaats.
- Ga zitten.

Siéntense.

Neem wat je wilt!

¡Tomá lo que quieras!

Neem me niet kwalijk.

Le ruego que me disculpe.