Translation of "Stond" in Polish

Hij stond erop.

Tom nalegał.

Hij stond op.

Wstał.

Wie stond er?

Kto stał?

Tom stond op.

Tom stał.

Hij stond op de vloer.

On stał na podłodze.

Er stond een straffe wind.

Wiał silny wiatr.

Hij stond gewoonlijk vroeg op.

- Jak zwykle wstał wcześnie.
- Zazwyczaj wcześnie wstawał.

Hij stond achter de deur.

Stał za drzwiami.

Onze tuin stond vol onkruid.

Nasz ogród był zachwaszczony.

- Tom stond op om 7:00.
- Tom stond op om zeven uur 's ochtends.

Tom wstał o 7:00.

Daar stond vroeger een grote ceder.

Kiedyś było tam wielkie drzewo cedrowe.

De kamer stond helemaal vol meubels.

Pokój był zastawiony meblami.

Hij stond daar met gesloten ogen.

Stał tam z zamkniętymi oczyma.

- Hij stond op.
- Hij ging staan.

Wstał.

Linda stond op om te zingen.

Linda powstała aby zaśpiewać.

Hij stond voor een gesloten deur.

Stwierdził, że drzwi są zamknięte.

Ze stond in het midden van de kamer.

Stała na środku pokoju.

- In de krant stond er dat hij zelfmoord heeft gepleegd.
- Er stond in de krant dat hij zelfmoord heeft gepleegd.

W gazecie piszą, że on popełnił samobójstwo.

Toen ze de kamer binnen kwam, stond hij op.

Kiedy weszła do pokoju, wstał.

De leraar stond toe dat hij naar huis ging.

Nauczyciel pozwolił mu iść do domu.

Ik stond op het punt mijn haar te wassen.

Zamierzałem umyć głowę.

De Nederlandse landbouw stond op het punt om te verdwijnen.

Holenderskie rolnictwo było bliskie zniknięcia.

Bill stond vroeg op om de eerste trein te halen.

Bill wstał wcześnie, więc mógł zdążyć na pierwszy pociąg.

Er stond in de krant dat hij zelfmoord heeft gepleegd.

Według tej gazety, on popełnił samobójstwo.

Mijn vader stond mij niet toe in de VS te studeren.

Ojciec nie pozwolił studiować mi w Stanach Zjednoczonych.

Hij stond op het punt weg te gaan toen de telefoon ging.

Miał właśnie wychodzić, gdy zadzwonił telefon.

Ik stond eerder dan normaal op om de eerste trein te halen.

Żeby zdążyć na pierwszy pociąg, wstałem dziś rano wcześniej niż zazwyczaj.

- Wat hij zei was ver van waar.
- Wat hij zei, stond veraf van de waarheid.

- To, co powiedział, dalekie było od prawdy.
- Jego słowa całkowicie mijały się z prawdą.

En ik stond erbuiten. En ik had een diep verlangen om in die wereld te zijn.

Czułem, że jestem na zewnątrz. Bardzo pragnąłem znaleźć się w tym świecie.

Toen ik nog op de middelbare school zat, stond ik elke morgen om 6 uur op.

Kiedy chodziłem do liceum, wstawałem codziennie o szóstej.