Translation of "Winnen" in Italian

0.006 sec.

Examples of using "Winnen" in a sentence and their italian translations:

- We zullen winnen.
- We winnen wel.

- Vinceremo.
- Noi vinceremo.

- U zult winnen.
- Jullie zullen winnen.

- Vincerà.
- Lei vincerà.
- Vincerete.
- Voi vincerete.

- Wil je winnen?
- Willen jullie winnen?

- Vuoi vincere?
- Vuole vincere?
- Volete vincere?
- Tu vuoi vincere?
- Lei vuole vincere?
- Voi volete vincere?

- We zijn aan het winnen.
- We winnen.

Stiamo vincendo.

- Welk team zal winnen?
- Welke ploeg zal winnen?

Quale squadra vincerà?

Ik zal winnen.

- Vincerò.
- Io vincerò.

Je zult winnen.

- Vincerai.
- Tu vincerai.

Hij zal winnen.

- Vincerà.
- Lui vincerà.

Zij zal winnen.

- Vincerà.
- Lei vincerà.

Maria zal winnen.

Marie vincerà.

Ze zullen winnen.

- Vinceranno.
- Loro vinceranno.

Willen jullie winnen?

- Vuole vincere?
- Volete vincere?

Ik kan winnen.

Posso vincere.

Bill gaat winnen, nietwaar?

Bill vincerà, vero?

Welk team zal winnen?

Quale squadra vincerà?

Wie gaan er winnen?

Chi vincerà?

Laat ze eentje winnen.

- Lasciategliene vincere uno.
- Lasciategliene vincere una.
- Lasciagliene vincere uno.
- Lasciagliene vincere una.
- Gliene lasci vincere uno.
- Gliene lasci vincere una.

Ze verwachten te winnen.

- Si aspettano di vincere.
- Loro si aspettano di vincere.

Ik wil gewoon winnen.

- Voglio vincere e basta.
- Io voglio vincere e basta.

Tom kan niet winnen.

- Tom non può vincere.
- Tom non riesce a vincere.

Je kunt winnen of niet.

- Puoi o non puoi vincere.
- Tu puoi o non puoi vincere.
- Può o non può vincere.
- Lei può o non può vincere.
- Potete o non potete vincere.
- Voi potete o non potete vincere.

Welk team zal waarschijnlijk winnen?

Quale squadra è probabile che vinca?

We zijn aan het winnen.

- Stiamo vincendo.
- Noi stiamo vincendo.

Wie zal het WK winnen?

Chi vincerà la Coppa del Mondo?

Tom is aan het winnen.

Tom sta vincendo.

Onze ploeg is aan het winnen.

La nostra squadra sta vincendo.

Ik denk dat Tom zal winnen.

- Penso che Tom vincerà.
- Io penso che Tom vincerà.
- Penso che Tom stia per vincere.
- Io penso che Tom stia per vincere.

Ik kon de eerste prijs winnen.

Sono riuscito a vincere il primo premio.

Wie gaat de gouden medaille winnen?

Chi vincerà l'oro?

Ik hou ervan om te winnen.

Adoro vincere.

Tom weet dat hij kan winnen.

Tom sa che può vincere.

- Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?
- Hebt gij gezegd dat ik nooit kon winnen?
- Hebt u gezegd dat ik nooit kon winnen?

Hai detto che non avrei mai potuto vincere?

- Hij maakt veel kans om te winnen.
- Er bestaat een goede kans dat hij zal winnen.

Ci sono buone probabilità che lui vinca.

Door de burgerbevolking voor zich te winnen .

di fare progressi.

Ik ben zeker dat hij zal winnen.

Sono sicuro della sua vittoria.

- Tom is aan het winnen.
- Tom wint.

Tom sta vincendo.

- U wint.
- U bent aan het winnen.

- Vince.
- Lei vince.
- Vincete.
- Voi vincete.

- Jij wint.
- Jij bent aan het winnen.

- Vinci.
- Tu vinci.

Tom is het gewend om te winnen.

Tom è abituato a vincere.

- Je won.
- Je was aan het winnen.

- Vincevi.
- Tu vincevi.
- Guadagnavi.
- Tu guadagnavi.

Ze vertrouwen en trouw kunnen winnen bij gebruikers.

possono creare fiducia e fedeltà nei propri utenti.

Hij zei dat hij misschien niet zou winnen.

Ha detto che potrebbe non vincere.

Ze vertelden ons dat ze zouden kunnen winnen.

- Ci hanno detto che potevano vincere.
- Ci hanno detto che riuscivano a vincere.
- Ci dissero che potevano vincere.
- Ci dissero che riuscivano a vincere.

- Ik hou ervan om te winnen.
- Ik win graag.

Amo vincere.

Waarom probeer je niet je geld terug te winnen?

- Perché non provi a recuperare il tuo denaro?
- Perché non provi a recuperare i tuoi soldi?

Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.

Hai poco da guadagnare e molto da perdere.

Hij zegt dat hij van plan is te winnen.

Dice che intende vincere.

Als we terrein winnen op gelijkheid van mannen en vrouwen,

Se guadagniamo terreno sulla parità di genere,

- Wie is er aan het winnen?
- Wie staat er voor?

Chi sta vincendo?

Een geschikte man vinden is moeilijker dan de lotto winnen.

Trovare un uomo decente è più difficile che vincere la lotteria.

Denk je dat Tom enige kans heeft om te winnen?

Pensi che Tom abbia qualche possibilità di vincere?