Translation of "Grijs" in Italian

- Hij had grijs haar.
- Ik had grijs haar.

Aveva i capelli grigi.

- De olifant is grijs.
- Een olifant is grijs.

L'elefante è grigio.

Ze zijn grijs.

Sono grigi.

We zijn grijs.

- Siamo grigi.
- Noi siamo grigi.

Tom wordt grijs.

Tom si sta ingrigigendo.

De olifant is grijs.

L'elefante è grigio.

De lucht is grijs.

Il cielo è grigio.

Ik had grijs haar.

- Avevo i capelli grigi.
- Io avevo i capelli grigi.

Een ezel is grijs.

Un asino è grigio.

Haar sokken zijn grijs.

Le sue calze sono grigie.

Hij had grijs haar.

- Aveva i capelli grigi.
- Lui aveva i capelli grigi.

De lucht was grijs.

Il cielo era grigio.

Heeft hij grijs haar?

- Ha i capelli grigi?
- Lui ha i capelli grigi?

Heeft Tom grijs haar?

Tom ha i capelli grigi?

Zijn sokken zijn grijs.

Le sue calze sono grigie.

Deze bloem is grijs.

Questo fiore è grigio.

Zijn hoofd was grijs.

La sua testa era grigia.

De wolken zijn grijs.

Le nuvole sono grigie.

's Nachts zijn alle katten grijs.

- Di notte tutti i gatti sono grigi.
- Di notte tutti gatti sono grigi.

De kleine vrouw draagt een grijs mantelpak.

La donna bassa indossa un completo grigio.

Ze zijn niet grijs omdat ze onzeker zijn,

Sono nella zona grigia non perché sono insicuri

- 's Nachts zijn alle katten grijs.
- In de nacht zijn alle katjes grauw.

Di notte tutti i gatti sono grigi.