Translation of "Openen" in French

Voorzichtig openen.

- Ouvrez avec précaution.
- Ouvrir avec précaution.

- Kun je het venster openen?
- Kunt u het venster openen?

Ouvre la fenêtre, tu veux bien ?

Laten we het openen.

Ouvrons-le.

Ik zal het openen.

Je l'ouvrirai.

Kun je het autoraam openen?

Pourrais-tu ouvrir la fenêtre de la voiture ?

Banken openen om negen uur.

Les banques ouvrent à neuf heures.

Mag ik een blikje openen?

- Puis-je ouvrir une boîte ?
- Puis-je ouvrir une cannette ?

Kunt u het venster openen?

Pouvez-vous ouvrir la fenêtre ?

Ik ging de deur openen.

- J'allai ouvrir la porte.
- Je suis allé ouvrir la porte.

De rits wil niet openen.

La fermeture Éclair ne veut pas s'ouvrir.

Ik zou graag een rekening openen.

J'aimerais ouvrir un compte.

Gelieve het venster niet te openen.

- Veuillez ne pas ouvrir la fenêtre !
- N'ouvre pas la fenêtre, s'il te plaît !

Ik wil het venster niet openen.

Je ne veux pas ouvrir la fenêtre.

We hopen in oktober te openen.

Nous espérons ouvrir en octobre.

Hij probeerde de deur to openen.

- Il a essayé d'ouvrir la porte.
- Il tenta d'ouvrir la porte.

Ze vroeg mij het venster te openen.

Elle m'a dit, « Ouvre la fenêtre, s'il te plaît. »

Ik vroeg Tom het raam te openen.

J'ai demandé à Tom d'ouvrir la fenêtre.

- Wanneer gaan ze open?
- Wanneer openen ze?

- Quand ouvriront-ils ?
- Quand ouvriront-elles ?

- We gaan morgen open.
- We openen morgen.

Nous ouvrirons demain.

- Wil jij jouw eigen restaurant openen?
- Wil je je eigen restaurant openen?
- Wilt u uw eigen restaurant beginnen?

- Voulez-vous ouvrir votre propre restaurant ?
- Voulez-vous ouvrir votre propre restaurant ?
- Veux-tu ouvrir ton propre restaurant ?

- Doe het raam open, alstublieft.
- Kun je het venster openen?

- Ouvrez la fenêtre, s'il vous plait.
- Ouvre la fenêtre, tu veux bien ?

- Doe het raam open, alstublieft.
- Wilt u het raam openen?

Ouvrez la fenêtre, s'il vous plait.

- Kun je het raam opendoen?
- Kun je het venster openen?

- Pourrais-tu ouvrir la fenêtre ?
- Tu peux ouvrir la fenêtre ?

Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?

Je n'arrive pas à ouvrir la porte. As-tu la clé ?

Door op deze knop te drukken zal het raam automatisch openen.

Quand on appuie sur ce bouton, la fenêtre s'ouvre automatiquement.

We kunnen de vergadering niet openen voordat we het quorum bereikt hebben.

Nous ne pouvons commencer la réunion tant que nous n'avons pas atteint le quorum.

Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.

- Je n'eus pas besoin d'ouvrir la lettre. Je savais exactement ce qu'elle disait.
- Je n'ai pas eu besoin d'ouvrir la lettre. Je savais exactement ce qu'elle contenait.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.

Sadako voulait dire plus mais sa bouche et sa langue ne voulaient pas bouger.

Met Kerstmis worden de kinderen 's morgens vroeg wakker om hun cadeautjes te openen.

Les enfants se lèvent tôt le matin pour ouvrir leurs cadeaux à Noël.

- Ik opende.
- Ik maakte open.
- Ik was aan het openen.
- Ik was open aan het maken.

J'ouvrais.

- Kan je de deur voor mij openen?
- Kan je de deur voor mij opendoen?
- Kun je voor mij de deur opendoen?

Peux-tu m'ouvrir la porte ?

Er zijn weinig dingen vergelijkbaar met de vreugde op het gezicht van uw kind bij het openen van zijn of haar kerstcadeautjes.

Peu de choses peuvent se comparer à la joie qui se lit sur le visage de votre enfant lorsqu'il ouvre ses cadeaux de Noël.

- Kan je de deur voor mij openen?
- Kan je de deur voor mij opendoen?
- Kun je voor mij de deur opendoen?
- Kan je me naar buiten laten?

Peux-tu m'ouvrir la porte ?

- Kan je de deur voor mij openen?
- Kan je de deur voor mij opendoen?
- Kun je voor mij de deur opendoen?
- Kan je me naar buiten laten?
- Kun je me binnenlaten?

Peux-tu m'ouvrir la porte ?