Translation of "Kerstman" in French

0.078 sec.

Examples of using "Kerstman" in a sentence and their french translations:

- Geloof je in de kerstman?
- Gelooft u in de kerstman?
- Geloven jullie in de kerstman?

Croyez-vous au Père Noël ?

- De Kerstman heeft veel rendieren.
- De kerstman heeft veel rendieren.

Le Père Noël a de nombreux rennes.

De kerstman is Chinees.

Le père Noël est un Chinois.

Is de kerstman echt?

Le Père Noël existe-t-il vraiment ?

Wanneer komt de kerstman?

Quand le Père Noël vient-il ?

- Tom was verkleed als kerstman.
- Tom was gekleed als de kerstman.

Tom était habillé en Père Noël.

Hij gelooft in de Kerstman.

Il croit au Père Noël.

We wachten op de kerstman.

Nous attendons le Père Noël.

- Tom schreef de kerstman een brief.
- Tom heeft de kerstman een brief geschreven.

Tom a écrit une lettre au Père Noël.

Mijn zoon gelooft in de Kerstman.

- Mon fils croit toujours au Père Noël.
- Mon fils croit au Père Noël.

De Kerstman woont op de Noordpool.

Le Père Noël vit au pôle Nord.

Tom verkleedde zich als de kerstman.

Tom s'est déguisé en Père Noël.

Ik geloof niet in de Kerstman.

Je ne crois pas au Père Noël.

De kerstman komt naar de stad.

Le Père Noël arrive en ville.

De kerstman kwam door de schoorsteen.

Le Père Noël est descendu par la cheminée.

Tom is gekleed als de kerstman.

Tom est habillé en Père Noël.

- Wat wil je dat de kerstman je brengt?
- Wat wilt u dat de kerstman u brengt?
- Wat willen jullie dat de kerstman jullie brengt?

- Que voulez-vous que le Père Noël vous apporte ?
- Que veux-tu que le Père Noël t'apporte ?

Tom schreef een brief aan de kerstman.

Tom a écrit une lettre au Père Noël.

Tom schreef een brief aan de Kerstman.

Tom a écrit une lettre au Père Noël.

Tom gelooft nog steeds in de kerstman.

Tom croit toujours au Père Noël.

De kerstman komt ons elk jaar bezoeken.

Le Père Noël vient nous voir chaque année.

Gelooft Tom nog steeds in de kerstman?

Tom croit-il encore au Père Noël ?

- Heb je ooit een brief aan de kerstman geschreven?
- Hebt u ooit een brief aan de kerstman geschreven?
- Hebben jullie ooit een brief aan de kerstman geschreven?

- Avez-vous déjà écrit une lettre au Père Noël ?
- As-tu déjà écrit une lettre au Père Noël ?

Ik geloof niet dat de Kerstman verzonnen is.

Je ne crois pas que le Père Noël soit imaginaire.

Het meisje gelooft nog steeds in de kerstman.

Cette fille croit encore au Père Noël.

Lieve Kerstman, ik wil een vriendin voor Kerstmis.

Cher Père Noël, je veux une petite amie pour Noël.

De Kerstman is eigenlijk gewoon jouw vader, nietwaar?

En fait, le père Noël, c’est papa, hein ?

Mijn zoon gelooft nog steeds in de kerstman.

Mon fils croit toujours au Père Noël.

- Wat wil je dat de kerstman je brengt voor Kerstmis?
- Wat wilt u dat de kerstman u brengt voor Kerstmis?
- Wat willen jullie dat de kerstman jullie brengt voor Kerstmis?

- Que voulez-vous que le Père Noël vous apporte pour Noël ?
- Que veux-tu que le Père Noël t'apporte pour Noël ?

- Geloofde u in de Kerstman toen u een kind was?
- Geloofde jij in de Kerstman toen je een kind was?

- Croyiez-vous au Père Noël quand vous étiez enfant ?
- Croyais-tu au Père Noël quand tu étais enfant ?

Tom liet haar de brief van de Kerstman zien.

Tom lui a montré la lettre du père Noël.

Tot welke leeftijd geloofde jij nog in de Kerstman?

- Jusqu'à quel âge avez-vous cru au Père Noël ?
- Jusqu'à quel âge as-tu cru au Père Noël ?

Toen ik klein was, geloofde ik in de kerstman.

Quand j'étais petite, je croyais au Père Noël.

Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.

Quand j'étais un enfant, je croyais au Père Noël.

Ik heb een parttime baan als kerstman in het winkelcentrum.

J'ai un boulot à temps partiel à travailler comme Père-Noël à la galerie commerciale.

Ik vraag me af of de Kerstman eigenlijk wel bestaat?

Je me demande si le père Noël existe vraiment.

Tom vertelde zijn kinderen dat de kerstman niet echt was.

Tom a dit à ses enfants que le Père Noël n'était pas réel.

De kerstman komt één keer per jaar naar ons toe.

Le Père Noël vient nous voir une fois par an.

De kerstman zal dit jaar misschien niet op bezoek komen.

Il se peut que le Père Noël ne vienne pas nous voir cette année.

- Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
- Mijn zoon gelooft in Sinterklaas.

Mon fils croit au Père Noël.

Als jij je niet gedraagt, dan komt de Kerstman niet hoor.

Si tu n’es pas sage, le papa Noël ne passera pas.

Tom zei dat hij de kerstman op de Noordpool wilde bezoeken.

Tom a dit qu'il voulait rendre visite au Père Noël au Pôle Nord.

Tom is dertien, maar hij gelooft nog steeds in de Kerstman.

Tom a 13 ans, mais il croit toujours au Père Noël.

Hoe oud was je toen je stopte met geloven in de Kerstman?

Quel âge avais-tu quand tu as arrêté de croire au Père Noël ?

De slee van de kerstman wordt voortgetrokken door acht of negen rendieren.

Le traîneau du Père Noël est tiré par huit ou neuf rennes.

Het gezicht van het kind straalde als de zon toen hij de kerstman zag.

Le visage de l'enfant a rayonné lorsqu'il a vu le Père Noël.

Ik was negen jaar oud toen ik mijn moeder vroeg of de Kerstman echt bestond.

J'avais neuf ans lorsque je demandai à ma mère si le Père Noël existait vraiment.

Ik voel me zoals een kind dat net ontdekt heeft dat de kerstman niet bestaat.

Je me sens comme un enfant qui se rend brusquement compte que le Père Noël n'existe pas.