Translation of "محطة" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "محطة" in a sentence and their dutch translations:

ذهبت إلى محطة أوساكا.

Ik ging naar het station van Osaka.

أين أقرب محطة قطار؟

- Waar is het dichtstbijzijnde treinstation?
- Waar is het dichtstbije station?
- Waar is het dichtstbijzijnde spoorwegstation?

أين أقرب محطة لقطار الأنفاق؟

Waar is het dichtstbijzijnde metrostation?

عندما غادرت محطة القطار، رأيت رجلاً.

Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.

ينطلق Thormod إلى محطة خلع الملابس ، وهو مشهد مثير جدًا للاهتمام في محطة ملابس Viking

Thormod gaat naar het verbandstation, een zeer interessante scène in het Viking-verbandstation

عندما كنت هناك، تعرّفت على محطة أوناجاوا للطاقة النووية،

Toen ik er was, hoorde ik van de Onagawa-kerncentrale,

يعيش ضمن نطاق 12 محطة توقف للمترو بالقرب مني.

woont in mijn buurt.