Examples of using "شرب" in a sentence and their dutch translations:
Tom dronk wat water.
Ik kan geen koffie drinken.
Europeanen drinken graag wijn.
Hij houdt niet van koffie.
Mennad heeft gedronken.
zoals alcohol- en drugsgebruik en gokken.
Zeewater kun je niet drinken omdat het te zout is.
Ik hou van warme koffie.
Sami dronk wodka.
- Wil je iets drinken?
- Wil je wat drinken?
- Wil je iets om te drinken?
- Wil je iets te drinken?
Elke vleermuis kan elke nacht zijn eigen lichaamsgewicht aan bloed drinken.
Het is een beheersbare 22 graden. Deze olifantenfamilie moet drinkwater vinden voor de zon terugkeert.