Examples of using "تمطر" in a sentence and their dutch translations:
- Het regent.
- Het is aan het regenen.
- Het regent dat het giet.
- Het hoost.
- De regen valt met bakken naar beneden.
- Het regent keihard.
- Het is hard aan het regenen.
- Het regent enorm.
Regent het nog steeds?
Regent het nu?
- Het regent weer!
- Het is weer aan het regenen!
Het regent.
- Het gaat misschien regenen.
- Misschien gaat het regenen.
- Het zal misschien regenen.
- Het gaat misschien regenen.
- Misschien gaat het regenen.
- Het kan gaan regenen.
Het regent vandaag.