Examples of using "Alıyorum" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.
Ik neem een douche.
Ik drink alcohol.
Ik ruik bloed.
Ik koop bloemen.
Ik krijg advies van Tom.
Ik ruik rook.
Ik ruik gas.
Ik ruik spek.
Ik neem Lipitor.
Ik neem antibiotica.
Ik koop brood.
- Ik word dikker.
- Ik kom bij.
- Mijn gewicht neemt toe.
- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.
Ik krijg ze nog dagelijks.
- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.
Ik koop een nieuwe auto.
Ik vind het fijn hier te werken.
Ik ruik koffie.
Ik krijg advies van hen.
Ik krijg advies van hem.
- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.
Ik leen ze bij de stadsbibiliotheek.
- Sorry. Ik neem mijn woorden terug.
- Neem me niet kwalijk. Ik neem terug wat ik heb gezegd.
Elke maand hoor ik nieuws over mijn moeder.
Ik neem alles terug wat ik gezegd heb.
Ik hoor je altijd graag zingen.
Vervolgens pak ik de slechte ideeën en deel die opnieuw uit.
Ik heb moeite met ademen.
Ik koop briefpapier, postzegels en papieren zakdoekjes.